Uitspraak in rechtszaak Gluurverhoging
Bron Woonbond
10 januari 2018
De rechtbank in Den Haag heeft vandaag uitspraak gedaan in de rechtszaak tegen de Staat en verhuurdersorganisaties over de inkomensafhankelijke huurverhoging. De Raad van State had eerder geoordeeld dat (voor april 2016) voor het verstrekken van inkomensgegevens door de Belastingdienst aan de verhuurders geen wettelijke basis bestond.
Op basis van die uitspraak wilde de Woonbond bij de rechter een compensatieregeling voor alle huurders afdwingen. De Woonbond is in die collectieve vordering echter niet ontvankelijk verklaard, omdat getroffen huurders volgens de rechtbank zelf individueel naar de bestuursrechter hadden kunnen stappen.
Collectieve regeling
‘Teleurstellend’, reageert Woonbonddirecteur Ronald Paping op het vonnis. ‘Nadat de Raad van State klip en klaar gesteld heeft dat de privacy van huurders in deze periode met de voeten is getreden, wordt nu gesteld dat alle huurders zelf maar naar de rechter moesten stappen. Terwijl niemand dat natuurlijk doet, en dat bovendien tot een chaos zou hebben geleid – wij hadden daarom graag een eerlijke collectieve regeling gezien. Het is een slechte beslissing voor het collectieve actierecht, en voor de privacybescherming.’ De claim dat, ook na 1 april 2016 het delen van inkomensgegevens niet mag, is afgewezen. De Woonbond zal de uitspraak met zijn advocaten nu eerst nader bestuderen. De uitspraak werd eerder drie keer uitgesteld.
Middeninkomens in de knel
De inkomensafhankelijke huurverhoging werd in 2013 ingevoerd om middeninkomens uit de sociale huursector te jagen. Onlangs bleek nog eens uit onderzoek van het Planbureau voor de Leefomgeving dat veel middeninkomens geen huurprijs boven de sociale huurgrens kunnen betalen.