Moties over aanpak huisjesmelkers en zeggenschap huurders
Bron: Woonbond
datum: 12 december 2017
Tijdens de begrotingsbehandeling Wonen in de Tweede Kamer werden moties ingediend over het beter aanpakken van huisjesmelkers en het vergroten van zeggenschap van huurders over het aanpassen van hun woning.
Op dinsdag 19 december zal de Kamer stemmen over de moties.
Aanpak huisjesmelkers
De Woonbond, de LSVb en wethouders uit studentensteden hebben bij de Kamer aangegeven dat er meer sanctiemiddelen tegen huisjesmelkers moeten komen. Zo moeten verhuurders die stelselmatig een te hoge huur rekenen, geen onderhoud plegen en zelfs intimideren en dreigen, worden aangepakt. D66 en het CDA dienden een motie in waarin de minister verzocht wordt om met wethouders te gaan praten over extra bevoegdheden voor gemeenten om op te treden tegen huisjesmelkers. Minister Ollongren gaf in in de Kamer al aan dat gemeenten meer instrumenten nodig hebben tegen huisjesmelkers. De Woonbond deed een voorzet aan de Kamer, in een discussienotitie over het instellen van een Huurpolitie die huisjesmelkers aan moet pakken.
Initiatiefrecht huurders
De PvdA, GroenLinks en de SP dienden een motie in om initiatiefrecht voor huurders mogelijk te maken. De Woonbond pleitte in een discussienotitie voor dit initiatiefrecht. We willen huurders in staat stellen om zelf het initiatief te nemen voor verbetering van huurwoningen. Te vaak lopen huurders nu tegen verhuurders op die niet willen bewegen. Juist als het gaat om verduurzaming en geschikte woningen om langer zelfstandig te kunnen wonen moeten huurders een redelijk voorstel kunnen afdwingen.
Extra opbrengst verhuurderheffing investeren in woningmarkt
De coalitiepartijen bleken het niet eens over de verwachte extra opbrengst door de verhuurderheffing. Deze heffing betalen verhuurders over de WOZ-waarde van hun sociale huurwoningen. Omdat die waarde stijgt, stijgt ook de heffing. De VVD wil dat de extra opbrengst naar de schatkist gaat. Het CDA, de ChristenUnie en D66 dienden een motie in om te onderzoeken of dit geld in de woningmarkt geïnvesteerd kan worden.